Twee keer Mozart's Requiem in Oostenrijk
MOZART-ZANGWEEK AAN DE OOSTENRIJKSE ATTERSEE - 29-04 T/M 05-05-2014
Omdat wij prima ervaringen hebben met de reizen van IC-Productions waren voor ons een aantrekkelijk programma en een aansprekende dirigent - Martin van der Brugge - voor ons genoeg aanleiding om ons in te schrijven voor de zangweek aan de Attersee met Mozart’s Requiem in het middelpunt. In onze gunstige verwachtingen zijn wij bepaald niet teleurgesteld, en wij zijn niemand tegen gekomen die dit wel was! Integendeel, we struikelden eerder over elkaar in positieve reacties!
Zeker, het aantal tenoren en bassen was duidelijk in de minderheid. Maar uit ervaring wisten we dat dit probleem wordt opgelost of zichzelf oplost. Overigens ben je altijd weer benieuwd of je binnen of buiten de eigen stemsoort weer oude bekenden zult ontmoeten. Dat was ook nu weer het geval, want wie eenmaal door het ‘koorreis-virus’ is besmet... Bovendien legt zo’n reis ook de basis voor het opdoen van ‘nieuwe bekenden’ die best eens ‘oude bekenden’ zouden kunnen worden. Hierbij en bij de sowieso goede onderlinge sfeer speelt mee dat we de liefde voor muziek en koorzang met elkaar delen. Het was dan ook typerend dat een vertraging van enige uren op de heenreis naar ons overnachtingshotel nauwelijks afbreuk deed aan de motivatie om vrij laat op de avond in het kerkje van Velburg (Duitsland-overnachtingshotel) te repeteren. Sommigen knapten er zelfs van op!
Rond het middaguur van de volgende (woens-)dag kwamen we aan in onze Oostenrijkse bestemming: Abtsdorf - ‘Hotel Alpenblick’ met uitzicht op de Attersee. Vanaf dat moment werd de ruggegraat van ons verblijf een heel prettige afwisseling van repeteren met een prima touristisch, zeker muzikaal leerzaam, en altijd onderhoudend programma-aanbod. En van dat aanbod maakten we in zeer hoge mate gebruik. Zo woonden we twee fasen van een ‘Masterclass’ bij (waaraan behalve onze zangsolisten ook een bas uit het koor deelnamen), maakten we een zonovergoten boottocht op de Attersee (met bezoek aan Mondsee) en brachten een bezoek aan Salzburg onder de deskundige leiding van een gidse. Bij twee andere programmapunten sta ik iets langer stil: in Seewalchen namen we een diepe duik in een stuk Oostenrijkse folklore dat verband houdt met het voorjaar en de vruchtbaarheid: het opzetten van een zogeheten ‘meiboom’ (met als kern een kale stam). We mochten in Seewalchen getuige zijn van het opzetten door jonge mannen van een enòrme meiboom, een waarschijnlijk mede door gevoel voor theater langdurig proces met inzet van krachten die door veel bier schijnen te worden opgewekt. Het was een genoegen om ons daarbij, te midden van vaak voor de gelegenheid geklede inwoners, welkom te weten. Zoveel mogelijk ‘bereikbare’ koorleden hebben dan ook met een canonisch ‘Viva la musica’ daarvoor bedankt – dit met een hint naar onze eerste uitvoering van Mozarts Requiem in hetzelfde Seewalchen. Een heel ander hoogtepunt was de door Katja Ruthenberg, maar in samenhang met ‘onze’ Martin van der Brugge, geleide zang-workshop: wij genoten van Katja’s intens-positieve manier van ‘lesgeven’ en zij van ons ‘oppikken’ van haar aanwijzingen. En omdat wij die, met behulp van Martin, toe konden passen op het Requiem, repeteerden wij tegelijk enigszins.
Intussen liep bij alle positiviteit de spanning op: hoe zou de uitvoering van Mozarts Requiem gaan? Wel, na afloop van de ’première’ (in de kerk van Seewalchen) vielen we elkaar letterlijk of figuurlijk in de armen vanwege ons eigen gevoel en de daarbij passende enthousiaste reactie van de toehoorders. Onder de echt bezielende leiding van Martin van der Brugge en met solisten en instrumentalisten kwam iets tot stand dat zich laat typeren met een ‘aardse drie-eenheid’: aan(-)gèven – aan(-)dàcht en adrenaline.
Bij alle voldoening was er natuurlijk wel de vraag of het ons de opvolgende zondag in de basiliek van Mondsee (ja,ja, die van de trouwplechtigheid uit ‘The sound of music´) weer zou lukken om te kunnen vlammen in heftigheid of verstilde intensiteit. Met een klank die in deze monumentale kerk nog beter ‘werkte’ lukte dat opnieuw, gehoord de langdurige en warme reactie van ons publiek. Wat is dan de nazit heerlijk – beide keren, maar op zondag met al iets van een afscheid. Want ons verblijf in het prima ‘Hotel Alpenblick’ zou de volgende morgen voorbij zijn. Met een benadering waarin vriendelijkheid en een zekere kordaatheid samengingen, deden bedrijfsleider en medewerkster hun best om het ons daar naar de zin te maken. Dit laatste geldt ook voor reisleider Theo Klanke die altijd vriendelijk was, vooruitdacht, verduidelijkte en ons prima van informatie voorzag. Met een zekere weemoed, maar vooral met veel voldoening stapten we op maandag 5 mei in de bus om met de lange, maar door ‘de binnenwegkennis’ van onze chauffeur Bert Jenneskens in tijdsduur nog wat bekorte thuisreis te beginnen.
Bert kreeg terecht alle waardering die hij voor zijn prettige benadering, stiptheid, deskundigheid en kennis van regionale of plaatselijke bijzonderheden verdient. Veel waardering geldt de kwaliteit, maar ook de ‘benaderbaarheid’ van solisten en instrumentalisten. En laten we vooral dirigent Martin van der Bruggen noemen en roemen, roemen voor zijn muzikaliteit en menselijkheid, en voor het tegelijkertijd gevoelig kunnen zijn èn als een rots in de branding.
Geen wonder dat mijn vrouw Willy en ik enorm hebben genoten van deze reis. Het was dan ook een reis die je niet snel vergeet, maar die ook smaakt naar mèèr.
Ronald van Schouwen.
Honselersdijk